4:1 | Waar komen oorlogen en twisten onder jullie vandaan?? Is het niet hiervan: vanuit je eigen verlangens, welke strijd binnen jouw leden? |
4:2 | Je verlangt, en dat heb je niet. Je bent jaloers en je doodt, en je kunt het niet verkrijgen. Je maakt ruzie en je vecht, en dat heb je niet, omdat je het niet vraagt. |
4:3 | Je vraagt en je ontvangt niet, omdat je het slecht vraagt, zodat u het voor uw eigen wensen kunt gebruiken. |
4:4 | Jullie overspelers! Weet je niet dat de vriendschap van deze wereld vijandig tegenover God staat?? Daarom, iedereen die ervoor heeft gekozen een vriend van deze wereld te zijn, is tot een vijand van God gemaakt. |
4:5 | Of denkt u dat de Schrift tevergeefs zegt?: ‘De geest die in jou leeft, verlangt naar afgunst?” |
4:6 | Maar hij geeft een grotere genade. Daarom zegt hij: “God weerstaat de arroganten, maar Hij schenkt genade aan de nederigen.” |
4:7 | Daarom, onderworpen zijn aan God. Maar weersta de duivel, en hij zal van je vluchten. |
4:8 | Dichter tot God komen, en hij zal dichter bij je komen. Reinig je handen, jullie zondaars! En zuiver uw hart, jullie dubbelhartige zielen! |
4:9 | Wees getroffen: treuren en huilen. Laat uw lachen veranderen in rouw, en jouw vreugde in verdriet. |
4:10 | Wees nederig in de ogen van de Heer, en hij zal je verhogen. |