11:19 | En sommigen van hen, verstrooid door de vervolging die onder Stefanus had plaatsgevonden, reisde rond, zelfs tot Fenicië en Cyprus en Antiochië, het Woord tegen niemand spreken, behalve alleen voor joden. |
11:20 | Maar sommige van deze mannen komen uit Cyprus en Cyrene, toen ze Antiochië waren binnengegaan, spraken ook met de Grieken, verkondigen van de Heer Jezus. |
11:21 | En de hand van de Heer was met hen. En een groot aantal geloofde en bekeerde zich tot de Heer. |
11:22 | Nu kwam het nieuws over deze dingen ter ore van de kerk in Jeruzalem, en zij stuurden Barnabas tot aan Antiochië. |
11:23 | En toen hij daar was aangekomen en de genade van God had gezien, hij was blij. En hij spoorde hen allen aan om met een vastberaden hart in de Heer te blijven. |
11:24 | Want hij was een goede man, en hij werd vervuld met de Heilige Geest en met geloof. En een grote schare werd aan de Heer toegevoegd. |
11:25 | Toen vertrok Barnabas naar Tarsus, opdat hij Saul zou zoeken. En toen hij hem gevonden had, hij bracht hem naar Antiochië. |
11:26 | En ze waren daar een heel jaar in de kerk aan het praten. En zij leerden zo'n grote menigte, dat het in Antiochië was dat de discipelen voor het eerst bekend stonden onder de naam Christian. |