The Feast of the Immaculate Conception
A Reading From the Book of Genesis 3: 9-15, 20
3:9 | En de Here God riep Adam en zei tegen hem: "Waar ben je?” |
3:10 | En hij zei, 'Ik hoorde je stem in het paradijs, en ik was bang, omdat ik naakt was, en dus verborg ik mezelf.” |
3:11 | Hij zei tegen hem, 'Wie heeft je dan verteld dat je naakt was?, als je niet hebt gegeten van de boom waarvan ik je heb opgedragen niet te eten?” |
3:12 | En Adam zei, "De vrouw, die je me als metgezel hebt gegeven, van de boom aan mij gegeven, en ik heb gegeten.” |
3:13 | En de Here God zei tegen de vrouw, “Waarom heb je dit gedaan?' En ze reageerde, 'De slang heeft me bedrogen, en ik heb gegeten.” |
3:14 | En de Here God zei tegen de slang: 'Omdat je dit hebt gedaan, je bent vervloekt onder alle levende wezens, zelfs de wilde dieren van de aarde. Op je borst zul je reizen, en de grond zult u eten, alle dagen van je leven. |
3:15 | Ik zal vijandschap stichten tussen jou en de vrouw, tussen uw nageslacht en haar nageslacht. Ze zal je hoofd verpletteren, en je zult op de loer liggen voor haar hiel. |
3:20 | En Adam noemde de naam van zijn vrouw, 'Vooravond,’ omdat zij de moeder van alle levenden was. |
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.