January 13, 2013, Second Reading

De Handelingen van de Apostelen 10: 34-38

10:34 Dan, Pieter, zijn mond openen, gezegd: “Ik heb naar waarheid geconcludeerd dat God geen aannemer des persoons is.
10:35 Maar binnen elke natie, wie hem vreest en recht doet, is voor hem aanvaardbaar.
10:36 God zond het Woord naar de zonen van Israël, verkondigen van de vrede door Jezus Christus, want hij is de Heer van alles.
10:37 U weet dat het Woord in heel Judea bekend is gemaakt. Om te beginnen vanuit Galilea, na de doop die Johannes predikte,
10:38 Jezus van Nazareth, die God gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht, reisde rond om goed te doen en allen te genezen die door de duivel werden onderdrukt. Want God was met hem.

Opmerkingen

Leave a Reply