January 18, 2013, Evangelie

The Holy Gospel According to Mark 2: 1-12

2:1 En na een paar dagen, hij ging opnieuw Kapernaüm binnen.
2:2 En men hoorde dat hij in het huis was. En zo velen kwamen bijeen dat er geen ruimte meer was, zelfs niet aan de deur. En hij sprak het woord tot hen.
2:3 En ze kwamen naar hem toe, een verlamde brengen, die door vier mannen werd gedragen.
2:4 En toen ze hem vanwege de menigte niet aan hem konden voorstellen, ze ontdekten het dak waar hij was. En het openen, ze lieten de brancard zakken waarop de verlamde lag.
2:5 Dan, toen Jezus hun geloof had gezien, zei hij tegen de verlamde, "Zoon, uw zonden zijn u vergeven.”
2:6 Maar sommige schriftgeleerden zaten op die plek en dachten in hun hart na:
2:7 “Waarom spreekt deze man zo? Hij is godslasterlijk. Wie kan zonden vergeven, maar God alleen?”
2:8 Onmiddelijk, Jezus, in zijn geest beseffend dat zij dit in zichzelf dachten, zei tegen hen: “Waarom denk je deze dingen in je hart?
2:9 Dat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen, ‘Je zonden zijn je vergeven,’ of te zeggen, 'Sta op, neem uw brancard op, en loop?'
2:10 Maar zodat jij mag weten dat de Mensenzoon de macht heeft op aarde om zonden te vergeven,' zei hij tegen de verlamde:
2:11 "Ik zeg je: Sta op, neem uw brancard op, en ga je huis binnen.”
2:12 En meteen stond hij op, en tilde zijn brancard op, hij ging weg in de ogen van hen allemaal, zodat ze zich allemaal afvroegen. En zij eerden God, door te zeggen, “Zoiets hebben wij nog nooit gezien.”

Opmerkingen

Leave a Reply