July 7, 2015

Lezing

Genesis 32: 23-32

32:23 En alle dingen die hem toebehoorden te hebben overhandigd,

32:24 hij bleef alleen. En zie, een man worstelde met hem tot de ochtend.

32:25 En toen hij zag dat hij hem niet zou kunnen overwinnen, hij raakte de zenuw van zijn dij aan, en meteen verdorde het.

32:26 En hij zei tegen hem, "Laat me los, want nu stijgt de dageraad op.” Hij heeft geantwoord, 'Ik zal je niet vrijlaten, tenzij je me zegent.

32:27 Daarom zei hij, "Hoe heet je?" Hij antwoorde, "Jakob."

32:28 Maar hij zei, 'Je naam zal niet Jacob heten, maar Israël; want als je sterk bent geweest tegen God, hoeveel te meer zult u de mensen overwinnen?”

32:29 Jacob ondervroeg hem, "Zeg eens, met welke naam word je genoemd?" Hij heeft geantwoord, 'Waarom vraag je naar mijn naam?' En hij zegende hem op dezelfde plaats.

32:30 En Jacob noemde de naam van de plaats Pniël, gezegde, “Ik heb God van aangezicht tot aangezicht gezien, en mijn ziel is gered.”

32:31 En onmiddellijk kwam de zon boven hem op, nadat hij Pniël was overgestoken. Toch in waarheid, hij strompelde op zijn voet.

32:32 Om deze reden, de zonen van Israël, zelfs tot op de dag van vandaag, eet niet de zenuw die verdord is in Jacobs dij, omdat hij de zenuw van zijn dij aanraakte en deze werd belemmerd.

Evangelie

Het heilige evangelie volgens Matteüs 9: 32-38

9:32 And they went to Capernaum. And when they were in the house, he questioned them, “What did you discuss on the way?”
9:33 But they were silent. Voor inderdaad, on the way, they had disputed among themselves as to which of them was greater.
9:34 En zitten, he called the twelve, en hij zei tegen hen, “If anyone wants to be first, he shall be the last of all and the minister of all.”
9:35 And taking a child, he set him in their midst. And when he had embraced him, zei hij tegen hen:
9:36 “Whoever receives one such child in my name, ontvangt mij. En wie mij ontvangt, receives not me, but him who sent me.”
9:37 John responded to him by saying, "Docent, we saw someone casting out demons in your name; he does not follow us, and so we prohibited him.”
9:38 But Jesus said: “Do not prohibit him. For there is no one who can act with virtue in my name and soon speak evil about me.

Opmerkingen

Leave a Reply