juni 23, 2015

Lezing

Genesis 13: 2, 5- 18

13:2 Maar hij was zeer rijk door het bezit van goud en zilver.

13:5 Maar Lot ook, die bij Abram was, schaapskuddes gehad, en vee, en tenten.

13:6 Evenmin was het land in staat hen te bevatten, zodat ze samen kunnen wonen. Inderdaad, hun substantie was zo groot dat ze niet gemeenschappelijk konden leven.

13:7 En toen ontstond er ook een conflict tussen de herders van Abram en van Lot. In die tijd woonden de Kanaänieten en de Perizzieten in dat land.

13:8 Daarom, zei Abram tegen Lot: "Ik vraag je, laat er geen ruzie zijn tussen mij en jou, en tussen mijn herders en uw herders. Want we zijn broers.

13:9 Zie, het hele land ligt voor je ogen. Trek je van mij terug, ik smeek u. Als je naar links gaat, Ik zal rechts nemen. Als je het juiste kiest, Ik ga naar links.”

13:10 En dus Lot, zijn ogen opheffen, zag de hele streek rond de Jordaan, die grondig werd geïrrigeerd, voordat de Heer Sodom en Gomorra ten val bracht. Het was als het paradijs van de Heer, en het was als Egypte, nadert in de richting van Zoar.

13:11 En Lot koos voor zichzelf de streek rond de Jordaan, en hij trok zich terug langs de weg naar het oosten. En ze waren verdeeld, ene broer van de andere.

13:12 Abram woonde in het land Kanaän. In waarheid, Lot bleef in de steden rond de Jordaan, en hij woonde in Sodom.

13:13 Maar de mannen van Sodom waren erg slecht, en zij waren bovenmate zondaars voor de Heer.

13:14 En de Heer zei tegen Abram, nadat Lot van hem was gescheiden: "Sla uw ogen op, en kijk uit vanaf de plek waar je nu bent, naar het noorden en naar de meridiaan, naar het oosten en naar het westen.

13:15 Al het land dat je ziet, Ik zal je geven, en voor uw nageslacht zelfs voor altijd.

13:16 En Ik zal uw nageslacht maken als het stof der aarde. Als iemand het stof der aarde kan tellen, hij zal ook uw nakomelingen kunnen tellen.

13:17 Sta op en loop door het land in zijn lengte, en breedte. Want ik zal het je geven.”

13:18 Daarom, zijn tent verplaatsen, Abram ging en woonde bij de steile vallei van Mamre, die in Hebron ligt. En hij bouwde daar een altaar voor de Heer.

Evangelie

Het heilige evangelie volgens Matteüs 7: 6, 12-14

7:6 Do not give what is holy to dogs, and do not cast your pearls before swine, lest perhaps they may trample them under their feet, and then, turning, they may tear you apart.
7:12 Daarom, all things whatsoever that you wish that men would do to you, do so also to them. For this is the law and the prophets.
7:13 Enter through the narrow gate. For wide is the gate, and broad is the way, which leads to perdition, and many there are who enter through it.
7:14 How narrow is the gate, and how straight is the way, which leads to life, and few there are who find it!

 

 


Opmerkingen

Leave a Reply