Kunnen 10, 2013, Lezing

De Handelingen van de Apostelen 18: 9-18

18:9 Toen zei de Heer tegen Paulus, door een visioen in de nacht: "Wees niet bang. In plaats van, spreek je uit en zwijg niet.
18:10 Want ik ben bij je. En niemand zal je vasthouden, om u kwaad te doen. Want veel van de mensen in deze stad zijn bij mij.”
18:11 Daarna vestigde hij zich daar voor een jaar en zes maanden, onder hen het Woord van God onderwijzen.
18:12 Maar toen Gallio proconsul van Achaia was, de Joden kwamen eensgezind in opstand tegen Paulus. En ze brachten hem voor de rechtbank,
18:13 gezegde, “He persuades men to worship God contrary to the law.”
18:14 Dan, when Paul was beginning to open his mouth, Gallio said to the Jews: “If this were some matter of injustice, or a wicked deed, O noble Jews, I would support you, as is proper.
18:15 Yet if truly these are questions about a word and names and your law, you should see to it yourselves. I will not be the judge of such things.”
18:16 And he ordered them from the tribunal.
18:17 Maar zij, apprehending Sosthenes, een leider van de synagoge, beat him in front of the tribunal. And Gallio showed no concern for these things.
18:18 Toch echt, Paulus, after he had remained for many more days, having said goodbye to the brothers, sailed into Syria, and with him were Priscilla and Aquila. Now he had shaved his head in Cenchreae, for he had made a vow.


Opmerkingen

Leave a Reply