Kunnen 12, 2014

Lezing

11:1 Nu hoorden de apostelen en broeders die in Judea waren dat ook de heidenen het Woord van God hadden ontvangen.

11:2 Dan, toen Petrus naar Jeruzalem was gegaan, degenen die van de besnijdenis waren, gingen tegen hem in,

11:3 gezegde, “Waarom ben je binnengegaan bij onbesneden mannen?, en waarom heb je met ze gegeten?”

11:4 En Peter begon het hun uit te leggen, op een ordelijke manier, gezegde:

11:5 “Ik was in de stad Joppa aan het bidden, en ik zag, in extase van geest, een visioen: een bepaalde container afdaalt, als een groot linnen laken dat aan de vier hoeken uit de hemel wordt neergelaten. En het naderde me.

11:6 En er naar kijken, Ik overwoog en zag de viervoetige dieren van de aarde, en de wilde dieren, en de reptielen, en de vliegende dingen in de lucht.

11:7 Toen hoorde ik ook een stem tegen me zeggen: 'Sta op, Pieter. Dood en eet.'

11:8 Maar ik zei: 'Nooit, heer! Want wat gemeen of onrein is, is nooit in mijn mond gekomen.'

11:9 Toen antwoordde de stem een ​​tweede keer vanuit de hemel, ‘Wat God heeft gereinigd, je zult niet gewoon noemen.'

11:10 Nu is dit drie keer gedaan. En toen werd alles weer opgenomen in de hemel.

11:11 En zie, meteen stonden er drie mannen bij het huis waar ik was, vanuit Caesarea naar mij gestuurd.

11:12 Toen zei de Geest me dat ik met hen mee moest gaan, aan niets twijfelen. En deze zes broers gingen ook met mij mee. En wij gingen het huis van de man binnen.

11:13 En hij beschreef voor ons hoe hij een engel in zijn huis had gezien, staan ​​en tegen hem zeggen: 'Stuur naar Joppe en roep Simon, die Peter heet.

11:14 En hij zal woorden tot u spreken, waardoor je gered zult worden met je hele huis.'

11:15 En toen ik begon te praten, de Heilige Geest viel op hen, net als bij ons ook, in het begin.

11:16 Toen herinnerde ik me de woorden van de Heer, precies zoals hij zelf zei: 'John, inderdaad, gedoopt met water, maar u zult gedoopt worden met de Heilige Geest.'

11:17 Daarom, als God hun dezelfde genade gaf, als ook voor ons, die in de Heer Jezus Christus hebben geloofd, wie was ik, dat ik God zou kunnen verbieden?”

11:18 Deze dingen hebben gehoord, ze waren stil. En zij verheerlijkten God, gezegde: "Zo heeft God ook aan de heidenen bekering ten leven gegeven."

Evangelie

The Holy Gospel According to John 10: 11-18

10:11 I am the good Shepherd. The good Shepherd gives his life for his sheep.
10:12 But the hired hand, and whoever is not a shepherd, to whom the sheep do not belong, he sees the wolf approaching, and he departs from the sheep and flees. And the wolf ravages and scatters the sheep.
10:13 And the hired hand flees, because he is a hired hand and there is no concern for the sheep within him.
10:14 I am the good Shepherd, and I know my own, and my own know me,
10:15 just as the Father knows me, and I know the Father. And I lay down my life for my sheep.
10:16 And I have other sheep that are not of this fold, and I must lead them. They shall hear my voice, and there shall be one sheepfold and one shepherd.
10:17 Om deze reden, the Father loves me: because I lay down my life, so that I may take it up again.
10:18 No one takes it away from me. In plaats van, I lay it down of my own accord. And I have the power to lay it down. And I have the power to take it up again. This is the commandment that I have received from my Father.”

Opmerkingen

Leave a Reply