1:15 |
In die dagen, Pieter, opstaan in het midden van de broers, gezegd (nu was de menigte mannen in totaal ongeveer honderdtwintig): |
1:16 |
“Adellijke broeders, de Schrift moet worden vervuld, die de Heilige Geest bij monde van David voorzegde over Judas, die de leider was van degenen die Jezus arresteerden. |
1:17 |
Hij was onder ons geteld, en hij werd door het lot gekozen voor deze bediening. |
1:20 |
Want het staat geschreven in het boek Psalmen: 'Laat hun woonplaats woest zijn en moge er niemand zijn die erin woont,' en 'Laat een ander zijn episcopaat nemen.' |
1:21 |
Daarom, het is nodig dat, van deze mannen die met ons samengekomen zijn gedurende de hele tijd dat de Heer Jezus onder ons in en uit ging, |
1:22 |
beginnend bij de doop van Johannes, tot de dag dat hij van ons werd weggenomen, een van hen moet samen met ons getuigen van zijn opstanding.” |
1:23 |
En zij stelden er twee aan: Jozef, die Barsabbas heette, die bijgenaamd Justus was, en Matthias. |
1:24 |
En bidden, ze zeiden: "Mag je, O Heer, die het hart van iedereen kent, onthullen welke van deze twee je hebt gekozen, |
1:25 |
plaats te nemen in deze bediening en dit apostelschap, waarvan Judas uitging, zodat hij naar zijn eigen plaats kan gaan.” |
1:26 |
En zij wierpen het lot over hen, en het lot viel op Matthias. En hij werd geteld bij de elf apostelen. |
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.