13:44 |
Toch echt, op de volgende sabbat, bijna de hele stad kwam samen om het Woord van God te horen. |
13:45 |
Dan de Joden, de drukte zien, waren vervuld van afgunst, en zij, godslastering, in tegenspraak met de dingen die door Paulus werden gezegd. |
13:46 |
Toen zeiden Paulus en Barnabas resoluut: “Het was nodig om eerst het Woord van God tot u te spreken. Maar omdat je het afwijst, en oordeel daarom dat u het eeuwige leven niet waardig bent, zie, we wenden ons tot de heidenen. |
13:47 |
Want zo heeft de Heer ons opgedragen: ‘Ik heb je aangesteld als een licht voor de heidenen, zodat u redding kunt brengen tot aan de uiteinden van de aarde.'” |
13:48 |
Dan de heidenen, bij het horen hiervan, waren verheugd, en zij verheerlijkten het Woord des Heren. En zovelen als er geloofden waren voorbestemd tot het eeuwige leven. |
13:49 |
Nu werd het woord van de Heer in de hele regio verspreid. |
13:50 |
Maar de joden spoorden enkele vrome en eerlijke vrouwen aan, en de leiders van de stad. En zij veroorzaakten vervolging tegen Paulus en Barnabas. En ze joegen hen weg van hun delen. |
13:51 |
Maar zij, het stof van hun voeten tegen hen schuddend, ging naar Iconium. |
13:52 |
De discipelen waren eveneens vervuld met blijdschap en met de Heilige Geest. |