February 14, 2015

Lezing

Genesis 3: 9- 24

3:9 En de Here God riep Adam en zei tegen hem: "Waar ben je?”

3:10 En hij zei, 'Ik hoorde je stem in het paradijs, en ik was bang, omdat ik naakt was, en dus verborg ik mezelf.”

3:11 Hij zei tegen hem, 'Wie heeft je dan verteld dat je naakt was?, als je niet hebt gegeten van de boom waarvan ik je heb opgedragen niet te eten?”

3:12 En Adam zei, "De vrouw, die je me als metgezel hebt gegeven, van de boom aan mij gegeven, en ik heb gegeten.”

3:13 En de Here God zei tegen de vrouw, “Waarom heb je dit gedaan?' En ze reageerde, 'De slang heeft me bedrogen, en ik heb gegeten.”

3:14 En de Here God zei tegen de slang: 'Omdat je dit hebt gedaan, je bent vervloekt onder alle levende wezens, zelfs de wilde dieren van de aarde. Op je borst zul je reizen, en de grond zult u eten, alle dagen van je leven.

3:15 Ik zal vijandschap stichten tussen jou en de vrouw, tussen uw nageslacht en haar nageslacht. Ze zal je hoofd verpletteren, en je zult op de loer liggen voor haar hiel.

3:16 Aan de vrouw, zei hij ook: "Ik zal uw inspanningen en uw opvattingen vermenigvuldigen. Met pijn zult u zonen baren, en je zult onder de macht van je man staan, en hij zal over u heersen.”

3:17 Toch echt, naar Adam, hij zei: 'Omdat je naar de stem van je vrouw hebt geluisterd, en hebben van de boom gegeten, waarvan ik je heb opgedragen niet te eten, vervloekt is het land dat je bewerkt. In moeilijkheden zult u ervan eten, alle dagen van je leven.

3:18 Doornen en distels zal het voor u voortbrengen, en je zult de planten van de aarde eten.

3:19 In het zweet van je aangezicht zul je brood eten, totdat je terugkeert naar de aarde waar je vandaan kwam. Voor stof ben je, en tot stof zul je terugkeren.”

3:20 En Adam noemde de naam van zijn vrouw, 'Vooravond,’ omdat zij de moeder van alle levenden was.

3:21 De Here God maakte ook voor Adam en zijn vrouw kledingstukken van huiden, en hij kleedde ze.

3:22 En hij zei: “Zie, Adam is geworden zoals een van ons, goed en kwaad kennen. Daarom, nu mag hij misschien zijn hand uitsteken en ook van de boom des levens nemen, en eet, en leef in de eeuwigheid.”

3:23 En dus stuurde de Here God hem weg uit het paradijs van genot, om de aarde te bewerken waar hij vandaan kwam.

3:24 En hij wierp Adam uit. En voor het Paradijs van genieten, hij plaatste de cherubim met een vlammend zwaard, samen draaien, om de weg naar de boom des levens te bewaken.

Evangelie

Markering 8: 1-10

8:1 In die dagen, again, when there was a great crowd, and they did not have anything to eat, calling together his disciples, zei hij tegen hen:
8:2 “I have compassion for the multitude, omdat, zie, they have persevered with me now for three days, and they do not have anything to eat.
8:3 And if I were to send them away fasting to their home, they might faint on the way.” For some of them came from far away.
8:4 And his disciples answered him, “From where would anyone be able to obtain enough bread for them in the wilderness?”
8:5 En hij ondervroeg ze, “How many loaves do you have?” And they said, “Seven.”
8:6 And he instructed the crowd to sit down to eat on the ground. And taking the seven loaves, giving thanks, he broke and gave it to his disciples in order to place before them. And they placed these before the crowd.
8:7 And they had a few small fish. En hij zegende hen, and he ordered them to be placed before them.
8:8 And they ate and were satisfied. And they took up what had been leftover from the fragments: seven baskets.
8:9 And those who ate were about four thousand. And he dismissed them.
8:10 And promptly climbing into a boat with his disciples, he went into the parts of Dalmanutha.

 


Opmerkingen

Leave a Reply