Kunnen 5, 2014

Lezing

De Handelingen van de Apostelen 6: 8-15

6:8 Toen Stefanus, gevuld met gratie en standvastigheid, deed grote tekenen en wonderen onder de mensen.
6:9 Maar bepaalde, uit de synagoge van de zogenaamde Libertines, en van de Cyreniërs, en van de Alexandrijnen, en van degenen die uit Cilicië en Azië kwamen, stonden op en waren aan het redetwisten met Stefanus.
6:10 Maar ze konden de wijsheid en de Geest waarmee hij sprak niet weerstaan.
6:11 Vervolgens maakten ze zich meester van mannen die zouden beweren dat ze hem lasterlijke woorden tegen Mozes en tegen God hadden horen spreken.
6:12 En zo brachten ze het volk en de oudsten en de schriftgeleerden in beroering. En samen haasten, ze grepen hem en brachten hem naar de raad.
6:13 En ze zetten valse getuigen op, wie zei: “Deze man houdt niet op woorden te spreken tegen de heilige plaats en de wet.
6:14 Want we hebben hem horen zeggen dat deze Jezus de Nazarener deze plek zal vernietigen en de tradities zal veranderen, die Mozes ons heeft overgeleverd.”
6:15 En al degenen die in de raad zaten, naar hem staren, zag zijn gezicht, alsof het het gezicht van een engel was geworden.

Evangelie

The Holy Gospel According to John 6: 22-29

6:22 On the next day, the crowd which was standing across the sea saw that there were no other small boats in that place, except one, and that Jesus had not entered into the boat with his disciples, but that his disciples had departed alone.
6:23 Toch echt, other boats came over from Tiberias, next to the place where they had eaten the bread after the Lord gave thanks.
6:24 Daarom, when the crowd had seen that Jesus was not there, nor his disciples, they climbed into the small boats, and they went to Capernaum, seeking Jesus.
6:25 And when they had found him across the sea, zeiden ze tegen hem, “Rabbi, when did you come here?”
6:26 Jesus answered them and said: "Amen, amen, ik zeg je, you seek me, not because you have seen signs, but because you have eaten from the bread and were satisfied.
6:27 Do not work for food that perishes, but for that which endures to eternal life, which the Son of man will give to you. For God the Father has sealed him.”
6:28 Daarom, zeiden ze tegen hem, "Wat moeten we doen, so that we may labor in the works of God?”
6:29 Jesus responded and said to them, “This is the work of God, that you believe in him whom he sent.”

Opmerkingen

Leave a Reply